10.00 uur zondagmorgen: de kerk stroomt vol. Uitgebreid wordt iedereen begroet, zo ook ik en Michaja. Habari za asubuhi? Salama tu. Na wewe ye? Nzuri. Habari za nyumbani? Nzuri tu. Karibu sana! Asante! En dan zoeken we een van de plastic witten stoeltjes uit. Mannen, vrouwen en kinderen zitten door elkaar heen, dat kan in de stad, op het platteland toch ongebruikelijk. De kerk is een grote rieten overkapping met één wand aan de achterkant, de plek waar het koor en het katheder staan. De hele dienst is in het Swahili. Gelukkig hadden we van tevoren de gebruikelijk liturgie wat doorgenomen, dus we herkenden wel waar we waren. De dienst begint met veel zingen en gebeden, alles in rap Swahili. De muziek is goed, gelukkig niet zo hard als vorige week, gewoon erg mooi. Michaja mag er weer de hele dienst bij zijn. Ze voelt zich snel op haar gemak. Er zijn veel kinderen in de kerk, ze koekeloeren naar elkaar. Als we gaan zingen doet Michaja de andere kinderen na: in de handjes klappen op de maat en zelfs de buiginkjes. Heel erg schattig. Als de preek begint, mag Michaja uit haar eigen Bijbel lezen. Na 5 minuten heeft ze dat wel bekeken. Ze gaat op de grond spelen, verzint een spelletje met haar zonnehoedje (kiekeboe), en maakt contact met de mensen achter mij. Dan kijkt ze me met stralende ogen aan en fluisterend bijna hardop: “een kippetje!”. En ja hoor, achterin de kerk scharrelt een kipje voorbij. Hij zou niet passen door de nauwe spleet in de collectebox, dus zij voelde zich klaarblijkelijk op haar gemak (tot de kinderen er achteraan stoven). Als we na de preek van een uur, waar ik niet veel meer van meekreeg dan dat het over 1 Johannes 1:8-9 ging, klaar zijn, staat Michaja al weer klaar om te zingen. En dit klinkt bekend: ‘welk een vriend is onze Jezus’ in het Swahili: Yesu kwetu ni rafiki. Het voelt bijzonder om dit samen te zingen in een taal die ik nog niet ken, maar toch het gevoel te hebben dat we onze verwondering over Jezus tot uitdrukking brengen. Na de dienst, die met z’n 1,5 uur ongewoon snel afgelopen is, begroeten we veel mensen. En dan…. op naar de maaltijd met een familie uit de kerk. Spannend!

de meeste liederen die we zongen gingen alsvolgt: de voorzanger zingt eerst een regel en de gemeente herhaalt dan dezelfde woorden. Op deze manier is het ook heel makkelijk om nieuwe liederen aan te leren.

de meeste liederen die we zongen gingen alsvolgt: de voorzanger zingt eerst een regel en de gemeente herhaalt dan dezelfde woorden. Op deze manier is het ook heel makkelijk om nieuwe liederen aan te leren.

Een moeder van 5 kinderen stelt zich voor. Haar man is al thuis. We gaan lopend. Het is snikheet. Michaja loopt lekker mee. Een van de kinderen wil Michaja op de heup meedragen, maar dat vindt ze toch nog niks. “Zelf doen!”. Na zo’n 15 minuten komen we aan bij het huisje. Een klein gebouwtje met 2 kamers. Wij worden naar de ene kamer gebracht. Er staan een bed in, een tafel met 4 stoelen, en een stapel koffers. De familie komt oorspronkelijk uit Malawi en heeft ze nog niet uitgepakt (ze zijn 8 jaar geleden naar Tanzania gekomen…). Opeens is iedereen verdwenen en zitten Jeff (een medecursist uit Amerika), Michaja en ik alleen. De televisie staat aan, het volume op de stand-voor-slechthorenden, en wij wachten rustig op wat komen zou. De kinderen komen binnen en gaan weer. Binnen is het nog heter dan buiten en er staat geen zuchtje wind. Michaja is een goed excuus om even buiten in de schaduw een luchtje te scheppen. Binnen een minuut staat de halve huisraad buiten: tafel, stoelen en vloerkleed. Alles wordt onder een boom gezet. Dit is heerlijk, veel beter dan binnen! De oudste zoon is 17 jaar oud en net 2 dagen geleden uit Malawi aangekomen. Hij gaat met ons rond de tafel zitten. We krijgen een flesje coca-cola en fanta en worden weer alleen gelaten. De jongen sprak geen Swahili en zijn Engels was heel beperkt. Dat maakt een gesprek niet eenvoudig, zeker niet als er de eerstvolgende anderhalf uur niemand bij komt zitten. Dan Michaja: “Ik moet plassen, papa!”. Oké. Ik vraag de jongen of er ergens een plekje is om te plassen. Hij zou het even aan z’n vader vragen. Die overlegt met moeder. En moeder sprint naar achter het huis. Een minuutje later zie ik haar bij de buren naar binnen wippen. En nog een minuutje later zie ik haar met een blauw kinderpotje in de weer. Hij wordt netjes afgespoeld, met een kanga van de waslijn afgedroogd en daar komt ze aan. Netje wordt het potje onder boom gezet. Asante sana! Michaja erop, alle jochies staan er omheen en kijken haar aan. Michaja vertrekt geen spier en piest lekker in het potje. “Klaar!”. Na een half uurtje komt het eten eraan. De tafel wordt gedekt, lekker buiten onder de boom. Een grote bak met spagetti, een rode saus, een verse salade, en stukken kip. Ziet er heerlijk uit! Dan begint het te spetteren, en niet een beetje ook. Er wordt besloten dat de hele tafel maar opgepakt moet worden en naar binnen gebracht. Daar zitten we weer, en de ventilator heeft het nog begeven ook. Dan verdwijnt iedereen. We zitten weer met z’n drieën. Blijkbaar is dat de gewoonte als je iemand uitnodigd om te eten: je laat ze rustig eten, terwijl de rest in de keuken eet. Het eten smaakt goed! We zien de vader met een plastic tasje weer thuiskomen, die was blijkbaar ergens voor weg geweest. Als we het eten bijna ophebben roept Michaja: “ik moet poepen!”. Ai, dat wordt interessant. Ik weer naar de mama: “kan ze het potje nog een keer gebruiken?”. Ja hoor, even naar de buren, en daar is tie weer. Michaja gaat weer onverstoorbaar zitten en legt een fraai keuteltje in de pot. “Klaar!”. Het eten is op, en dan komt de hele familie weer binnen. Hé, gezellig! Moeder gaat op het bed zitten, vader in de deuropening. We praten zo’n half uur over het lekkere eten, hun familiegeschiedenis, het leven in Tanzania, het werk, de kinderen en de school, en vertellen wat over onze familie en het leven in Nederland en Amerika. Erg interessant en een leuke tijd. Dit had best wat langer mogen duren. We krijgen een ijskoude cola geserveerd, ongetwijfeld fris aangevoerd in het plastic tasje. Als ook het drinken op is, maken we aanstalten om op te stappen, het is bijna 3 uur. We bedanken uitgebreid voor de gastvrijheid, het eten en de tijd die we bij hen mochten doorbrengen. We bidden samen. Als we alle kinderen een hand hebben gegeven, brengen ze ons naar de verharde weg waar we een tuktuk (taxi-scooter) nemen. We zijn weer een ervaring rijker, eentje met verrassingen. Deze mensen zijn zo gastvrij geweest en hebben ons een kostbare maaltijd met vlees aangeboden. Zij voelden zich gezegend om ons dit te mogen aanbieden, wij voelen ons dankbaar voor wat we van hen kregen. Niet alleen het eten, maar ook een leerervaring in gastvrijheid tonen.

Het is zondag vandaag, we hebben een enerverende maar fijne week achter de rug. We beginnen warempel een beetje aan de warmte en vochtigheid te wennen, en de kinderen ook.

dorien_michaja_naar_school

Michaja met mama naar school

We slapen al veel beter, Michaja en Elisa beginnen goed te eten, we zijn allemaal gezond, en we genieten eigenlijk gewoon van onze tijd hier. Het is een fantastische introductie op het leven in Tanzania, echt! De meeste mensen die ons les geven, werken op het SIL kantoor in Dar es Salaam. De cursus zit professioneel in elkaar, een goede mix van onderwerpen. We zijn blij dat we op deze manier voorbereid worden op ons werk straks.

Elisa, Jessica, Michaja en Darin in de crèche

Elisa, Jessica, Michaja en Darin in de crèche

Vandaag zijn we naar de kerk geweest, met z’n allen. Een kerk midden in de stad, ergens in een zijstraat. Toen we uitstapten, konden we al letterlijk verstaan wat er gezongen werd, behoorlijk luid. Wij gingen naar de eerste dienst die in het Engels was (daarna zou er een dienst in het Swahili zijn). Via een soort trappenhuis kwamen we op een verdieping waar de kerk was, stampvol mensen. Mensen, wat een kabaal. De luidsprekers stonden op z’n hardst denk ik. Om Elisa’s oren te beschermen ben ik direct maar weer naar beneden gegaan, later ging ik nog wel even achterin zitten met haar, maar het grootste deel van de tijd zat ik beneden waar nog een paar moeders met niet stilzittende kinderen waren. Michaja heeft het tot halverwege de dienst uitgehouden, op André’s schoot. De preek duurde ongeveer een uur, en was goed, bijbels en concreet. Het ging over ‘gezegend zijn zij die puur van hart zijn’ (Matth. 5). De toepassingen waren erg concreet en direct, zelfs werd gezegd dat te laat komen als ‘stelen van tijd’ moeten worden beschouwd (een radicale gedachte voor een Afrikaanse context!). Na de dienst werden we uitgenodigd om met de voorganger wat te drinken en kennis met elkaar te maken in het kantoortje onder de kerkzaal. De voorganger kon zich niet zo goed voorstellen dat bijbelvertaalwerk in Tanzania nodig is, want ‘we hebben hier het Swahili wat iedereen spreekt’. Maar na wat uitleg stemde hij ermee in dat het nogal een verschil kan maken of mensen het Evangelie in hun moedertaal kunnen horen.

Michaja heeft weer wat interessants ontdekt. Vanmorgen, toen ze een hagedisje zag: "papa, een krokodil!"

Michaja heeft weer wat interessants ontdekt. Vanmorgen, toen ze een hagedisje zag: "papa, een krokodil!"

Donderdag zijn we met de hele groep naar een ‘Westers winkelcentrum’ geweest, onder andere om een ogentest te doen die verplicht is als je een Tanzaniaans rijbewijs wilt hebben. We waren verbaasd over hoe modern / westers sommige winkels hier waren, vooral de winkels met babyspullen vond ik erg apart, buggy’s, campingbedjes, Avent flessen… In een supermarkt vonden we zelfs een Uno spel voor omgerekend anderhalve euro ofzo. Zo’n winkelcentrum als dit wordt vooral door buitenlanders en rijke Tanzanianen bezocht, anders kom je hier niet. We vonden zelfs van die choco-chip-koekjes van de Aldi (die met je paarse verpakking)! Zaterdag zijn we als gezin even naar het strand geweest (de weg oversteken en je bent er). Michaja vond de oceaan eerst wel eng, maar daarna vond ze het erg leuk. Elisa maakte voor het eerst kennis met strand, schitterend die gezichtsuitdrukking!

Elisa op het strand; op de achtergrond de Indische Oceaan

Elisa op het strand; op de achtergrond de Indische Oceaan

De lessen gaan over allerlei onderwerpen waar we hier mee te maken krijgen. Bijvoorbeeld over ziektes die hier voorkomen. We hebben een heel handboek met allerlei ziektes die hier voorkomen. We moesten in groepjes één ziekte presenteren (Dorien Tyfus en André de mango-vlieg-ziekte). Het voelde net alsof we een stel bijsluiters zaten te lezen, zoveel enge dingen die je allemaal kunt krijgen, maar we hebben vooral geleerd hoe we ze kunnen voorkomen of behandelen. Fijn dat zo’n handboek bestaat. Een andere les ging over hoe de politie hier werkt en hoe je daarmee omgaat. Ganana vertelde ons dat als de politie je aanhoudt voor iets, ze altijd wel iets kunnen verzinnen om je te bekeuren. De boete voor een snelheidsovertreding is 20.000 Tanzaniaanse Shilling, ongeacht hoe hard je ging (2 km te hard of 50 km!). Probleem is wel dat er geen vastgestelde snelheidslimieten zijn, soms mag je ergens 50 km/uur, maar als er het erg druk is kun je bekeurd worden als je er met 50 langs reed (simpelweg omdat het onverantwoord was om zo hard te rijden). Ingewikkeld! Verder hebben we een beetje geleerd hoe je je moet gedragen bij aanhoudingen, ongelukken, enz. Vrijdag kregen we nog een les over de islam en moslims in Tanzania. Bijna 1/3 van de bevolking noemt zich moslim in Tanzania. In het noorden ligt dit percentage trouwens wel wat lager (ongeveer 10%). We hebben de week afgesloten met lessen over hoe je omgaat met armoede (hoe kun je mensen helpen zonder de vicieuze cirkel in stand te houden), over verschillende stijlen die er zijn om conflicten met collega’s op te lossen, en nog meer. Boeiend allemaal!

Weer een update uit Dar es Salaam, waar we vanmiddag onze eerste regenbui hebben gehad! 4 minuten lang, en toen weer de hitte van de zon, het voelt nog vochtiger dan ooit. Dorien en de meisjes slapen lekker, we hebben een vrije middag.

We zijn hier nog maar 5 dagen, maar het voelt alsof we hier al veel en veel langer zijn. Maandag is onze training begonnen. We wilden er om 6 uur uit (als de zon opgaat), want om 8 uur begon de cursus. Opeens kreeg ik een vaag gevoel dat het toch wel erg licht was buiten en de wekker was nog steeds niet gegaan… En ja hoor, vergeten om de tijd in de telefoon (die we als wekker gebruiken) even 2 uur vooruit te zetten. Dus: het was al bijna 8 uur. Slechte start, maar het past wel een beetje hier. De kinderen gaan ’s morgens naar de ‘crèche’. Gewoon een grote koele ruimte waar een bed staat (voor als Michaja moe wordt), een campingbedje voor Elisa, een kleurtafel en een toiletruimte. Prima geschikt om daar een ochtendje te zijn. Michaja vond het erg eng om alleen te blijven met een ‘bruine mevrouw’ (ze heet Jessica en is een erg lieve moeder), maar uiteindelijk bleef ze leuk spelen. ’s Ochtends is er ook een Amerikaans blond jochie die met haar speelt, dat voelt toch wat vertrouwder voor Michaja. Elisa lijkt aardig te wennen, meestal speelt ze goed en aan aandacht (en aanraak-contact) geen enkele gebrek hier. Michaja vindt het nog steeds erg moeilijk. Vanmorgen hoorden we haar luid huilen en ‘mama, mama’ roepen. Moeilijk. We hebben haar toen opgehaald en heeft ze stil bij ons in het leslokaal zitten kleuren. Maar dat zal niet altijd kunnen. Toch moeilijke keuzes hoor: enerzijds willen we hier heel veel leren, anderzijds moet deze tijd niet eentje van angst en eenzaamheid worden voor Michaja. We bidden dat we telkens de goede keuzes maken, maar hiervoor mogen jullie wel bidden. We zijn blij dat iedereen, Dorien én de kinderen, helemaal opgeknapt zijn. Tot nu toe heb ik ook nog steeds geen hoofdpijn gehad (de luchtvochtigheid of hitte lijken dus niet echt een probleem te zijn, daar ben ik blij om).

De lessen zijn erg interessant! We zijn maandag naar het SIL-kantoor geweest (‘SIL’ is ongeveer ‘Wycliffe’ in de landen waar het werk gedaan wordt) en hebben daar veel collega’s ontmoet en een overzicht gekregen van het werk hier in Tanzania. Daara hadden we een sessie over hoe wij naar onze achterban schrijven, vooral over dingen als nieuwsbrieven en websites. Een interessante opmerking was dat we heel goed moeten opletten welk beeld we van Tanzania of Afrika neerzetten. We zijn snel geneigd om te schrijven over de opvallende, gekke, domme, arme, enz. dingen, terwijl we dan minder oog houden voor de mooie en goede dingen die het leven in dit land biedt. Wel een terechte opmerking. Alles wat we goed vinden gaan beschouwen we snel als vanzelfsprekend, maar vaak is zoiets een enorme prestatie als je bedenkt wat de mogelijkheden hier zijn. Dus ja, we zullen mogen schrijven over de armoede die we hier zien, en de overvolle taxis, en de voor mij nu nog volstrekt onheldere verkeersregels en stoplichten, maar dan alleen als we ook kunnen schrijven over hoe bijzonder het is om bij zulke bijzondere gastvrije mensen te gast te zijn in een land dat opvalt vanwege de vrede en veiligheid (zeker als je kijkt naar de omliggende buurlanden zoals Kenia, Rwanda, Burundi, Mozambique, etc.). Maandag hadden we ook een les over Malaria. Dit vonden we erg leerzaam, want door onkunde bestaat er vaak meer angst voor dan nodig. De kans dat wij malaria krijgen en daar zo ziek van worden blijkt niet heel groot te zijn (zeker nu we malaria-tabletjes slikken), en er is goede behandeling in Tanzania mogelijk.

Dinsdag hebben we van George Mwita, hij komt uit Musoma!, een les gehad over de geschiedenis van Tanzania. Erg goed om te weten, vooral ook dingen als slavernij en de koloniale tijd (Engeland en Duitsland). Bijzonder om te zien dat zonder bloedvergieten in Tanzania een democratie gekomen is, vrijwel uniek in Afrika. De eenheid van het land is altijd heel erg belangrijk geweest. En dat is ook de reden waarom het Swahili zo belangrijk is en door de overheid als nationale taal gestimuleerd wordt. Ik was blij dat daarom de volgende les ging over de vraag: waarom de Bijbel vertalen in zoveel kleinere stamtalen als de meeste mensen ook Swahili leren? Hoe meer we hier over nadenken, des te meer raken we er van overtuigd hoe nodig het is om dit werk te doen. Niet alleen omdat heel veel mensen het Swahili niet goed genoeg beheersen, maar ook omdat de verspreiding van het Evangelie lijkt te stagneren omdat de boodschap op veel plaatsen niet lijkt te overtuigen. Vanmiddag zei iemand van het onderzoeksteam: “toen we naar de kerkleiders gingen, vroegen we welke taal ze gebruikten voor 1) prediking: Swahili, 2) liederen: Swahili, 3) evangelisatie: Swahili, 4), catechese en bijbelstudies: Swahili, en voor 4) de mededelingen in de kerk: Swahili en de stamtaal (!). Toen we vroegen naar de reden voor dit laatste zeiden ze: “we willen wel graag dat de mededelingen goed begrepen worden!”…… En het waren deze simpele vragen waardoor ook de kerkleiders gingen beseffen: ja, willen we echt dat onze mensen niet de helft, maar echt alles goed begrijpen van wat er in de kerk gebeurt, dan moeten we onze eigen taal gaan gebruiken”.

Niettemin blijft Swahili een belangrijke taal, en daarom kregen we dinsdag ook onze eerste Swahili les, van Mwalimu Vivian. Een enthousiaste man die goed les geeft, en we leren elk uur enorm veel. Het is leuk, uitdagend en praktisch. Swahili lijkt een makkelijke taal om vlot aan te beginnen!

Het Wycliffe personeel helpt ons met echt van alles, van de was doen (die netjes wordt opgehaald en teruggebracht) tot en met het aanvragen van een Tanzaniaans rijbewijs. Een formulier in het Swahili invullen is nog net even te moeilijk. 😉 Gisteren zijn we een groep de binnenstad in geweest, Michaja ook mee. Dat was blijkbaar een hele bezienswaardigheid, een vader die met een blond kindje door een snikhete stad wandelt. Heel veel mensen wilden Michaja aanraken en met haar praten. Zover is ze lang niet. Het was leuk om even te zien in welke winkeltjes je wel en niet moet komen, wat je waar kunt kopen, en hoeveel tijd je er voor uit moeten trekken (zeker een halve dag, het verkeer is een verhaal op zich, en je moet naar-ik-weet-niet-hoeveel winkeltjes voor je alles hebt wat op je lijstje staat). We voelen ons hier wel gewoon veilig, dat is in sommige andere steden wel anders (Nairobi bijv.). En altijd een heleboel waterflesjes meeslepen, want je verliest hier zoveel vocht. Ze zeggen dat het op de taalschool in het zuiden wat koeler en droger is, dus daar zien we naar uit. Als we deze 3 weken doorkomen, dan kunnen we wel wat hebben. Michaja en Elisa slapen enorm veel, vast ook door de warmte.

Wat we eten? Chakula ni kitamu! Het eten is prima! Wel bijna alle dagen hetzelfde (2x), maar het is meestal van goede kwaliteit: rijst, kip, rund of vis, ugali, aardappel (gebakken of puree), saus en veel en lekker fruit (vooral zoete ananas en watermeloen). En er gaat een gerucht dat het op de taalschool nog lekkerder is! mjammi…
De eerste dagen probeerden we de kinderen gezond te laten eten (“neem nog een hapje groente”) maar inmiddels zijn we blij dat ze af en toe wat eten. Aten ze thuis twee keer per dag met smaak hun boterhammen, hier is er alleen bij het ontbijt brood en de smaak ervan is absoluut niet te vergelijken, dus Michaja laat het nog grotendeels links liggen. Ook vindt ze het maar niks dat er altijd maar water te drinken is en niet altijd limonade. Wij kunnen begrijpen en accepteren dat er niet zoveel keuze is in wat we eten of drinken maar voor haar is het moeilijker.

We zijn in Tanzania, eindelijk. We hebben er zo lang naar uit gezien, en nu zijn we er. Het is heet, in de schaduw boven de 30 graden, maar dan wel met een luchtvochtigheid van bijna 90%. We zweten ons dus naar.

De vliegreis verliep voorspoedig. Het was een hele sjouw met de kinderen en alle handbagage: Elisa in de buikdrager, 2 rugtassen, een luiertas, Michaja’s rugzakje en 2 autostoelen. Op het vliegveld in Londen haalden we nog net de overstap: niemand had ons verteld dat we 20 minuten eerder bij de gate moesten zijn omdat we met een bus naar het vliegtuig gereden werden! Gelukkig waren we niet eerst rustig wat gaan eten zoals we van plan waren….
Een nachtvlucht is fijn als je kunt slapen, maar als dat niet lukt duurt het wel heel lang! Gelukkig sliepen Elisa en Michaja bijna de hele tijd, maar wij hebben amper geslapen. Bovendien begon Dorien zich steeds beroerder te voelen, waarschijnlijk heeft ze Michaja’s griepje overgenomen. Toen we in Dar es Salaam uit het vliegtuig stapten, voelden we direct het klimaatverschil: nog veel warmer en benauwder dan we ons van te voren voorgesteld hadden. Gelukkig waren onze koffers er alle 6, en ook de immigratie-papieren waren helemaal in orde. We konden zo doorlopen! Iemand van SIL haalde ons op, en we maakten kennis met het verkeer in Dar es Salaam… voordat wij hier zelf durven te rijden, dat zal wel even duren!
We hebben een ruime kamer in een hotel vlak bij de Indische oceaan. Er is airconditioning dus dat is wel fijn om even bij te komen van de warmte. Vrijdag heeft Dorien bijna de hele dag geslapen om een beetje bij te komen. Michaja voelde zich ook nog niet zo gelukkig. We zijn blij dat we een paar dagen hebben om te acclimatiseren voordat we weer iets moeten. Elisa is vandaag ook ziek geworden (koorts en overgeven), maar dat zou wel eens door de warmte kunnen komen. Het is erg wennen. Ik ben blij dat ik nog helemaal fit ben. Maar goed, dit hoort allemaal bij het aanpassen aan dit stukje wereld.

Vanaf morgen proberen we een strak dagritme te vinden. Vroeg eruit (6 uur komt de zon op), vroeg ontbijten, en dan 8 uur klaar voor de kerk of voor de cursus (vanaf maandag). We hebben het programma gezien, en dat ziet er goed uit. Fijn om zoveel dingen te kunnen leren in een veilige ‘leer-omgeving’. Vandaag ben ik voor het eerst naar een winkeltje geweest (om pindakaas en ranja te kopen). Leuk om m’n eerste Swahili te gebruiken! Maar valt nog heel, heel veel te leren…

Ook al heb je al weer een tijdje niets nieuws gelezen hier, ik zal proberen af en toe iets te blijven posten. Omdat we nu geen internet hebben kan dat niet zo vaak als ik zou willen. 

Nu ik toch op internet kan, laat ik dan maar direct even een update geven. We wonen nu al weer zo’n 3,5 week in Wekerom, in een schattig bouwvallig boerderijtje met uitzicht op het Wekeromse Zand. Als je ziet wat een mooi plekje het is, zou je er zo in willen (helaas, wij zijn de laatste huurders want het wordt gesloopt). Het thuisfrontcomité heeft het met nog heel wat andere mensen uit de kerk helemaal schoongemaakt en voorzien van meubels en andere huisraad. Zelfs aan etenswaren was gedacht! Echt fantastisch dat zoveel mensen zich inzetten in zoveel verschillende opzichten.

De eerste weken hebben we vooral lekker uitgerust, en veel familie en bekenden weer ontmoet. Daarna kwam de omschakeling van ‘net terug’ naar ‘straks weer weg’, en zijn we (een beetje) druk geweest met voorbereidingen voor vertrek. We hebben bijvoorbeeld lijsten gemaakt van spullen die we gaan verschepen. We hebben dingen gekocht die we de komende 2 jaar nodig hebben maar daar niet te koop zijn (dingen als dekbedovertrekset, bril, multivitaminen, nieuwe kinderbijbel). Er is nog steeds een heel lijstje wat nog aangeschaft moet worden! We hebben internationale rijbewijzen aangeschaft (er staat nog steeds meer Nederlands dan Engels op, maar vooruit). We hebben samen met het tfc nagedacht over de uitzenddienst. We maken afspraken voor inentingen, en zoeken uit of de bankpassen die we nu hebben wel bruikbaar zijn in Tanzania. Er komt echt zo veel bij kijken! 

Over 3,5 week staat het vertrek gepland. Aan de ene kant: afscheid nemen zal moeilijk zijn. Aan de andere kant: eindelijk daar waarheen God ons riep. 

We genieten eerst nog even van een Hollandse winter…. en van een ouderwets potje Regenwormen met broers en zussen… en van de samenkomsten met de gemeente… van echte koffie… van de kinderen die spelen met opa en oma… van speculaasbrokken… 

U was het die mijn nieren vormde,
die mij weefde in de buik van mijn moeder.
Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan,
wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt.
Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.
 
Toen ik in het verborgene gemaakt werd,
kunstig geweven in de schoot van de aarde,
was mijn wezen voor u geen geheim.
Uw ogen zagen mijn vormeloos begin,
alles werd in uw boekrol opgetekend,
aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.

 Psalm 139:13-16 

De meeste vakken van de ART cursus zijn afgesloten. Ik heb er erg van genoten! Nu er een periode van 3 weken aan een taalproject gewerkt wordt door de andere studenten, is de combinatie cursus en gezin niet meer mogelijk omdat het project full-time deelname zou vereisen. André zit elke dag in de bibliotheek te werken aan een paper. Nu het zorgen voor de kinderen mijn hoofdtaak is, voel ik me soms wat nutteloos. Ik krijg er niet de voldoening uit die ik zou willen, omdat ik de andere studenten met zulke interessante dingen bezig zie. Soms denk ik dat het voorbereiden op m’n taak straks belangrijker is dan het zorgen voor de kinderen. Er staan hier zoveel goeie boeken en er valt nog zoveel te leren! Moet ik m’n tijd hier op het trainingscentrum niet zo goed mogelijk gebruiken?

Maar dan lees ik psalm 139 en besef ik: Hij is echt geïnteresseerd in de kinderen vanaf hun eerste begin. Zou ik dan het zorgen voor de kinderen licht op nemen? Ze zijn een kostbaar geschenk van de Heer, volgens psalm 127. Het is een voorrecht om voor hen te mogen zorgen!

Dus als ik weer ruzies om fietsjes glad moet strijken, de ene poepluier na de andere moet verschonen, en appels sta te raspen, dring ik de klaagzangen uit mijn gedachten. Ik houd mezelf voor dat elke taak een verheven taak is door hoe we hem uitvoeren: door het voor God te doen.

Wat u ook doet, doe het van harte, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen, want u weet dat u van de Heer een erfenis als beloning zult ontvangen – uw meester is Christus!

Of, zoals de Statenvertaling heeft: ‘want gij dient de Heere Christus!’.

 

De tijd gaat erg snel voorbij de laatste weken… er is weer erg veel gebeurd om over te schrijven!

Wat het verst in het geheugen ligt, zijn onze verjaardagen (van Michaja op zaterdag en mijzelf op vrijdag). We hebben met de post heel veel kaarten en kadootjes gekregen. Echt enorm! Ondanks dat we juist nu onze familie missen, hebben we hele leuke gezellige verjaardagen gehad.

André was blijkbaar tevreden over hoe ik hem 2 weken terug geknipt had, want ik kreeg een kappersset incl. tondeuse. Verder het boek ‘Cross-cultural servanthood’, en een prachtig uitgevoerde versie van de complete Narnia-kronieken. En een zakje chocolaatjes..! Ik ben schandalig verwend! Het mooiste was hoe ik toegezongen werd door man en dochter(s?)!

De volgende dag was Michaja jarig. ’s Morgens mocht ze haar kadootjes uitpakken (op mijn bed want dat wist ze nog van de vorige dag dat je daar kadootjes uit kan pakken), ze kreeg een spel waar je knikkers naar beneden kan laten vallen door stokjes weg te trekken. Verder kreeg ze nog een waterverfboekje, vingerverf, en een grote bus Smarties. Je had haar moeten zien toen ze de smarties uitpakte: haar ogen werden groot van opwinding! Ze zal die bus niet alleen leeg eten hoor, ik had er zoiezo al wat van nodig om haar taart te versieren…:-) 

Michaja met smarties   

 

 

’s Middags kwamen de kinderen op haar ‘birthday party’. Na lang wikken en wegen hadden we besloten om dat in ons kleine huisje te houden. Er waren 10 kinderen en 10 ouders. Gelukkig kwamen niet alle kinderen tegelijk, sommige gingen wat eerder weg en sommige kwamen wat later. Anders had het echt niet gepast, en waren we vast doof geworden. We zongen Happy Birthday voor Michaja, toen mocht ze de kaarsjes uitblazen, en alle kindjes gingen rond de tafel zitten om hun taart op te eten. Michaja’s slaapkamer was ingericht als speelruimte zodat de kinderen daar hun gang konden gaan. We deden verder nog het oer-Hollandse koekhappen, die opengesperde mondjes waren mooi om te zien!

taart eten feestje Michaja

Het weer in Engeland blijft verrassen. Gisteravond deed ik de deur open en ik zag dit:

Vanmorgen bij het eerste zonlicht zag het er zo uit:

En toen ze van sneeuw hoorde, moest Michaja natuurlijk ook direct even kijken: (ze bedacht zelf om eerst maar even haar muts op te zetten)

De andere foto’s spreken voor zich:

De eerste week van de cursus is al weer voorbij gevlogen! Het was weer een hele volle, drukke week. Ik zal proberen jullie er iets van mee te laten maken…

Vorige week zaterdag hebben we Tineke Dannenberg opgehaald in High Wycombe. Ze is Gods antwoord op ons gebed voor een “nanny”! We kenden haar nog niet, maar via Lydia (mijn zus) kwamen we met elkaar in contact, en inmiddels zijn we geen vreemden meer. Het is heel fijn dat ze voor Michaja en Elisa kan zorgen als wij les hebben of huiswerk moeten doen. Het klikt gelukkig goed tussen ons, en ook Michaja heeft het goed naar haar zin met haar.

In de cursus die we maandag begonnen zijn, komen heel veel onderwerpen aan bod. Een greep uit de ‘vakken’ die we hebben:

Fonetiek: jaja, daar waren we al mee begonnen in LACA, maar nu hebben we fonetiek ‘voor gevorderden’ zeg maar. Allerlei buitenissige klanken kunnen we nu voortbrengen ;-). Niet nodig om te zeggen dat Elisa sommige klanken nog beter kan dan wij…

Fonologie: de naam lijkt op fonetiek, en dat is omdat het ook over klanken gaat. Terwijl fonetiek meer gaat over ‘hoe maak je de klanken’, gaat fonologie meer over ‘hoe functioneren de klanken’. Welke klanken worden bijvoorbeeld als verschillend ervaren door de sprekers van een taal. In het Nederlands mag je de R op 2 manieren maken: met de punt van je tong achter je tanden, of achter in je mond. Dat betekent niet dat wij in het Nederlands ook twee verschillende R klanken hebben, we hoeven ze ook niet verschillend te schrijven. Maar elke taal kan weer andere klanken als verschillend, of juist hetzelfde ervaren. Bijvoorbeeld, het Kantonees (Chinees) worden de L en N als dezelfde klank ervaren. Je kunt een woord als “ne” ook als “le” uitspreken, en iedereen begrijpt je. In het Kantonees zou je dus niet twee verschillende letters (l en n) nodig hebben. In het Nederlands hebben we die twee letters wel allebei nodig. Je begrijpt dat het van belang is om een goede studie te doen naar de fonologie van een taal, voordat je weet hoe je de taal het best kan schrijven.

Grammatica: dit gaat over de structuur van de taal. Woorden zijn soms op te delen in kleinere stukjes. Bijv. stuk + je + s. Elk stukje heeft een eigen betekenis, en er zijn regels hoe je woordstukjes aan het ‘hoofdstukje’ moet plakken. We zijn begonnen op woordniveau, maar volgende week maken we de stap naar zinsniveau.

Teamwork + Portfolio: dit zijn twee vakken die aan elkaar gekoppeld zijn. We zijn opgedeeld in teams waarvan de leden zo verschillend mogelijk zijn. Dus allemaal verschillende nationaliteiten! Tijdens de teamworklessen leren we allerlei ‘theorie’, wat we in de Portfolio opdrachten in de praktijk kunnen brengen. In de Portfolio opdracht moeten we met onze teams allerlei informatie verzamelen over een bepaald gebied. André bestudeert met zijn groep een gedeelte van Indonesië, en ik had het geluk om in een groep te zitten die Tanzania toebedeeld kreeg! We zullen ook iemand interviewen die in Tanzania gewerkt heeft.

Antropologie: dit vak hebben we nog maar één keer gehad, en het is moeilijk om even uit te leggen waar het precies over gaat (ik kan wel zeggen dat het heel interessant is!). In elk geval hebben we het nodig om ietsiepietsie te snappen waarom het omgaan met mensen in Tanzania niet helemaal hetzelfde is als in Nederland…

Gelukkig doen we ook nog andere dingen dan studeren… 🙂  Afgelopen zaterdag zijn we naar Oxford geweest. We hebben een leuke dag gehad! Zie de foto’s!

 

Vanaf de ingang van Christ Church college, 1 van de meer dan 40 ‘colleges’ van de universiteit in Oxford. 

Bodleian Library

 

Op de binnenplaats van de Bodleian Library.

 

 

 

 

 

 

In het Natural History Museum waren veel verschillende dieren te zien…


 

 

 

 

 

Elisa is al flink gevorderd in al die dingen die een baby te leren heeft! Ze brabbelt al aardig wat, en kan al flink van een lepeltje eten. Ze kruipt nog niet, maar dat zal niet lang meer duren. Alle Engelsen slaken kreten als “Gorgeous!” als ze haar meemaken. (Ik moest ook even opzoeken wat dat betekent.)

Michaja wordt met de dag bijdehanter en eigenwijzer. Je kunt merken dat ze ook met oudere kinderen speelt. Favoriet is nu de uitspraak: “Ja, dat doe ik zó wel!” als ze iets niet meteen wil doen. Ze geniet erg van het spelen met de vele vriendjes en vriendinnetjes op het centrum.

En van het spelen met haar zusje! Ze zijn echt gek op elkaar. Al moet ik af en toe even ingrijpen omdat er aan Elisa’s arm of oor getrokken wordt…

Er is weer een heleboel in te halen om jullie helemaal op de hoogte te houden… laat ik maar beginnen met zo’n twee weken geleden.

We hebben de laatste week van de cursus hard gewerkt, om op tijd nog een paar grote opdrachten in te leveren. Het was intensief en vermoeiend. Donderdagavond hadden we een ‘celebration meal’ gevolgd door een zeer grappige bonte avond waarop we alle stress van de afgelopen dagen van ons af konden laten glijden. En op vrijdagochtend kregen we in een officiële ceremonie een heus certificaat! Klik op de groepsfoto voor een groter beeld.

Het voelde de dagen erna echt als vakantie, we waren moe maar hadden een zeer voldaan gevoel dat we de LACA cursus achter de rug hadden! Het was heerlijk om weer even echt te relaxen overdag. ’s Morgens uitslapen, ’s middags geen gestress dat de kinderen allebei om 14.00 uur zouden moeten slapen…

Afgelopen zondag zijn we voor de tweede keer naar een baptistengemeente in Long Crendon geweest. Het is een hartelijke, gastvrije gemeente die een goede band heeft met het Wycliffe Centrum; elke zondag komt iemand naar het centrum om ons met de auto op te halen en één zondag in de maand kunnen Wycliffers bij gemeenteleden lunchen. We hebben er fijne diensten meegemaakt, en ook de crèche was erg goed, Michaja heeft al de 2e zondag dat we er waren helemaal zonder mama gespeeld!

Deze week is er door Wycliffe Engeland een cursus “ter oriëntatie op het functioneren binnen Wycliffe” georganiseerd voor Leden in Opleiding (wat wij dus ook zijn). Blijkbaar is het voor Nederlanders niet verplicht, want wij waren niet gevraagd dit te volgen (maar ik mocht gelukkig alsnog meedoen, er wordt namelijk best wel nuttige informatie gegeven). André is er dan voor Michaja en Elisa en dat viel hem de eerste dag nog best even tegen, omdat Elisa een beetje tegendraads was… Maar de volgende dag ging het gelukkig een stuk beter.

Onze gezondheid lijkt gelijke tred te houden met het stress-niveau: Tijdens de cursus voelden we ons fit, behalve dat André in de laatste dagen wat hoofdpijn had. Maar nu de cursus voorbij is, heeft André best veel hoofdpijn. Michaja was al een paar dagen verkouden en was gisteren helemaal op te vegen. Ze had overgegeven en we hadden een bedje op de bank gemaakt voor haar. ’s Middags had ze wel weer praatjes, en ze wilde het liefst naar buiten, maar ze was nog helemaal niet beter. Vandaag lijkt het al een stuk beter te zijn, ze speelt lekker buiten met haar vriendjes. Het is zonnig en warm buiten dus ze is natuurlijk niet binnen te houden! Elisa zit ook al een paar dagen niet zo lekker in haar vel lijkt het. Gisternacht en vannacht sliep ze heel onrustig omdat ze verkouden was geworden (dat schijnt te mogen als je 6 maanden bent geworden). En ze had een beetje verhoging gisteren. Wie weet zit haar 3e tandje eraan te komen…

We genieten van de contacten met de andere cursisten. En vooral voor de kinderen (maar ook voor ons) is het erg leuk dat er meerdere gezinnen met kinderen zijn. Regelmatig is er een feestje omdat 1 van de kinderen jarig is. Woensdag waren we op een feestje van een Fins meisje dat 3 was geworden. Het liep uit op een nogal multi-culturele middag: ‘Jan Huigen in de ton’ en ‘Zakdoekje leggen’ werden afgewisseld met ‘London bridge is falling down’ en een paar Finse spelletjes.

Het weer hier is heerlijk aan het nazomeren, we vinden het helemaal geweldig dat we nu vrij zijn, vooral omdat het herfstweer was tijdens de LACA cursus!